Foto vervoer voor rolstoelpatiënt Foto vervoer voor rolstoelpatiënt

Diensten aangepast vervoer

De openbare dienstverlenging m.b.t. aangepast vervoer is er voor personen met een handicap of ernstig beperkte mobiliteit die zich niet met het openbaar vervoer kunnen verplaatsen. De diensten aangepast vervoer pikken de mensen thuis op en begeleiden hen naar hun bestemming. Deze diensten aangepast vervoer zijn per provincie georganiseerd in een 'Mobiliteitscentrale Aangepast Vervoer'. Via zo'n centrale kom je terecht bij de verschillende lokale vervoersaanbieders. De vervoersaanbieder in je buurt kan je vinden via www.meermobiel.be/zoekenopmaat.

Voorwaarden

  • Je hebt een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit
  • Je kan je niet met het openbaar vervoer verplaatsen

Voordelen

Vervoer aan een gunstig tarief, er is een vast bedrag voor de instap en een bedrag per kilometer vervoer.

Voor een persoon met rolstoel bedraagt

  • Het instapgeld minimum 0 euro, maximum 2 euro
  • Het bedrag per gereden kilometer (tem 25 km) minimum 0 euro, maximum 1 euro per kilometer
  • Het bedrag per gereden kilometer (vanaf 26 tem 50 km) minimum 0 euro, maximum 1,75 euro per kilometer

Voor een persoon zonder rolstoel bedraagt

  • Het instapgeld minimum 0 euro, maximum 2 euro
  • Het bedrag per gereden kilometer (tem 25 km) minimum 0,65 euro, maximum 1,50 euro per kilometer
  • Het bedrag per gereden kilometer (vanaf 26 tem 50 km) minimum 0,90 euro, maximum 1,75 euro per kilometer

Vanaf kilometer 51 is het tarief vrij te bepalen door de vervoerdienst.

Goed om weten

  • Het vervoer wordt op werkdagen minstens aangeboden van 7 tot 22 uur, op zaterdag-, zon- en feestdagen is er vervoer van 8 tot 20 uur.
  • Personen met een kaart ‘kosteloze begeleider’ of een andere officiële begeleiderskaart worden gratis vervoerd tijdens de begeleiding.

Nog vragen?

Heb je nog vragen over het vervoer in je provincie? Dan kan je altijd terecht bij de Mobiliteitscentrale van jouw provincie:

Extra informatie

Met vragen kan je steeds terecht bij de maatschappelijk werker van je ziekenfonds.

Bronnen: