'Als thuisverpleegkundige ken je de familie en de andere zorgverleners'
Lena is één van de patiënten die Evelien dagelijks verzorgt. Ze komt er 3 keer per dag. We hebben met Lena een rustige babbel over haarzelf, haar familie en … haar verpleegkundige.
Verpleegkundigen gaan vaak langs de achterdeur naar binnen. Daaraan zie je – zonder woorden – hoe zij vaak ‘thuis’ zijn bij hun patiënten. Dat is bij Lena niet anders. We worden meteen opgenomen in de gezellige drukte die er heerst. Verschillende kinderen en schoonkinderen zitten in de keuken rond de tafel, de 82-jarige Lena in het midden.
Komt Evelien hier vaak over de vloer?
Lena: “Elke ochtend komt Evelien langs. Ze helpt me uit bed. Na de verzorging en het aankleden, probeert ze nog tijd te maken voor een kopje koffie.
Ik wil absoluut thuis blijven wonen. Daarvoor doe ik een beroep op verschillende thuiszorgdiensten. De angst om naar het rusthuis te moeten gaan, zit er diep in. Dat komt door ervaringen die ik vroeger had met een familielid. Al weet ik dat het er vandaag veel beter aan toe gaat dan vroeger.
In de eerste plaats zijn er Evelien en haar collega’s die het mogelijk maken dat ik hier kan blijven. Daarnaast komt er ook iemand van Familiehulp en In-Z om te poetsen en het eten klaar te maken. Gelukkig komen ook de kinderen en kleinkinderen vaak langs. Het is hier meestal de zoete inval (lacht).”
Evelien, hoe communiceer je met andere zorgverleners en de mantelzorgers?
Evelien: “Regelmatig overleggen is belangrijk om de patiënt zo goed mogelijk te kunnen helpen. De kinderen van Lena zie ik geregeld en dat maakt het makkelijk om hen op de hoogte te houden van de toestand van Lena. En zij kunnen mij eenvoudig aanspreken als ze vragen hebben of ergens mee zitten.
Overleg met andere zorgpartners, in de eerste plaats de huisarts, is enorm belangrijk om de zorg optimaal af te stemmen op de behoeften van Lena en ze eventueel bij te sturen. Zelf noteren mijn collega’s en ik de parameters en onze observaties in het patiëntendossier dat we via onze tabletcomputer direct kunnen raadplegen. Zo is iedereen perfect op de hoogte van eventuele veranderingen of aanpassingen. Er is ook een schriftje dat ter plaatse blijft. Daarin communiceren de verschillende zorgpartners onderling met elkaar. Ook de familie kan dat bekijken.”
Evelien is je vaste wijkverpleegkundige. Maar ook de collega’s van haar team komen je verzorgen. Hoe gaat dat?
Lena: “Met de collega’s van Evelien kan ik prima opschieten, maar met haar klikt het toch in het bijzonder. Tijdens de zorg praten we honderduit, over vanalles. Zij komt hier ongeveer drie jaar. Daarom kent ze ook de hele familie en de andere zorgverleners. Dat is best makkelijk. Als er een probleem is of ik zit ergens mee, dan heeft Evelien dat direct begrepen.
Ik vergeet nooit toen ik een tijdje geleden naar mijn broer en zus in Opoeteren ging, omdat het kermis was. Evelien kwam speciaal wat vroeger zodat ik tijdig klaar was. Dat zijn kleine dingen, maar ze maken wel een wereld van verschil. Dankzij deze attentie heb ik erg van dat uitstapje genoten!”
Soms neemt Evelien contact met één van haar gespecialiseerde collega’s (referentieverpleegkundigen, red.). Ik had bijvoorbeeld last van een hardnekkige wonde op mijn been. Els, gespecialiseerd in wondzorg, is samen met Evelien komen kijken en heeft tips gegeven om de behandeling aan te passen. Evelien staat er dus zeker niet alleen voor!”
Evelien: “Dat klopt. We moeten autonoom werken: als je bij de patiënt bent, kan je je natuurlijk niet even omdraaien om te overleggen met je collega’s. Een thuisverpleegkundige werkt erg zelfstandig.
Maar we kunnen binnen ons team voortdurend meer ervaren of gespecialiseerde collega’s inschakelen. Dat is een groot voordeel van een organisatie als het Wit-Gele Kruis: je krijgt vrijheid en verantwoordelijkheid, maar tegelijkertijd ook ondersteuning en middelen. Er staat een heel team klaar als je vast zit. Wekelijks komen we samen met de collega’s van mijn wijkteam om onze patiënten te bespreken, ervaringen uit te wisselen, elkaar tips te geven. Dat is een grote steun.”
Ben je tevreden over de zorgverlening van het Wit-Gele Kruis?
Lena: “Ik vind het belangrijk dat de verpleegkundigen voldoende tijd uittrekken voor de verzorging. We zijn gemakkelijk 45 minuten bezig. Daarnaast is het makkelijk dat we ook bij hen terecht kunnen voor hulpmiddelen zoals setjes voor wondzorg, een looprek, een tillift of een rolstoel. Ze bezorgen die materialen aan huis. Een tillift bijvoorbeeld, is voor mij onmisbaar om makkelijk in en uit het bed te geraken.
Sinds een tijdje heb ik ook een personenalarm. Rond mijn hals draag ik een zendertje. Met één druk op de knop ben ik verbonden met de alarmcentrale. De verpleegkundige aan de andere kant van de lijn verwittigt mijn kinderen als er iets scheelt. En dat heb ik al enkele keren nodig gehad. Ik mag niet alleen het bed uit. Maar ik deed het toch om naar het toilet te gaan… en viel.
Gelukkig liep het goed af, maar daaruit heb ik lessen getrokken. Het Wit-Gele Kruis installeerde meteen ook een sleutelkastje zodat de kinderen, kleinkinderen en verpleegkundigen steeds binnen kunnen als er iets gebeurt. Ik ben dus heel tevreden. En ik zou mijn Evelien niet meer willen missen!”
Ik wil absoluut thuis blijven wonen. Daarvoor doe ik een beroep op verschillende thuiszorgdiensten.