In gesprek met regisseur Nic Balthazar
Everybody Happy is de derde langspeelfilm van regisseur Nic Balthazar. Het verhaal gaat over Ralph Hartman, een succesvolle stand-up comedian die het moeilijk heeft met zichzelf en de strijd aangaat met de negatieve stem in zijn hoofd. Het resultaat is een oprechte film waarin iedereen een stukje van zichzelf herkent. Een boeiend gesprek met regisseur Nic Balthazar over confrontaties met jezelf, perfectionisme en de zoektocht naar geluk.
Nic Balthazar
- Regisseur, theatermaker, televisiemaker, presentator, filmcriticus
- Studeerde literatuur en theater
- Schreef in 2002 de jeugdroman Niets was alles wat hij zei
- Verfilmde het boek in 2007: Ben X
- Ben X won verschillende prijzen
- In 2012 verschijnt zijn tweede langspeelfilm Tot Altijd
- 2016: Everybody Happy
Hoe ben je op het idee gekomen voor de film Everybody Happy?
“Het moet ongeveer vijf jaar geleden zijn. Nog voor we Tot Altijd hebben gedraaid. Ik had een heel fijne en aangename avond gehad tot ik terug keerde naar mijn hotelkamer in Parijs. Om twee uur ’s nachts lag ik nog steeds wakker. En zoals zoveel mensen lag ik te piekeren, over alles wat ik niet goed had gedaan of wat ik nog moet doen maar wat waarschijnlijk ook niet goed zal uitdraaien … Toen dacht ik: “Man, hoe is dat nu toch mogelijk. Het is hier zo aangenaam. En dat stemmetje bleef maar in mijn oor fezelen en zagen. Als ik dat ventje nu eens zou kunnen vastgrijpen en van het balkon flikkeren. Dan zou mijn leven toch een stuk beter zijn.”
Het is een mechanisme waar zoveel mensen last van hebben, ze zitten zich op te jagen en hebben de hele tijd dezelfde negatieve gedachten in hun hoofd. Als je kijkt naar wat er allemaal rondom ons aan het gebeuren is: de cijfers spreken voor zich, iets meer dan één op vier Vlamingen gaat gebukt onder stress, onrust, angst. Wat dan weer verdriet met zich meebrengt. Toen dacht ik, daar zit een film in.”
Is het realistisch om je los te maken van die negatieve stem zonder psychologische hulp?
“Het is belangrijk om te weten dat ik geen film wou maken over iemand die al in een burn-out of depressie zit. Het gaat over het balanceren aan de afgrond. Over het gevoel dat je zo kan mee gespoeld worden naar beneden. En soms hebben mensen maar één klik nodig om weg te zwemmen van die afgrond. Eén klik, van soms maar vijf minuten, kan het verschil maken.”
Mensen vinden het moeilijk om te zeggen dat het niet goed gaat, net zoals Ralph Hartman. Hoe heb je jezelf voorbereid om een film te maken over zo een gevoelig onderwerp?
“Ik heb heel veel gepraat met psychologen, psychiaters, maar ook met mensen die in zo een situatie hebben gezeten. Mensen die kampen met een burn-out kunnen heel diep zitten en hebben soms vijf jaar nodig om er bovenop te geraken. Zij zeggen allemaal dat die ene klik er kan voor zorgen dat je richting beter gaat. Het taboe doorbreken vind ik ook belangrijk. Want inderdaad, mensen beginnen pas te praten als je verder vraagt dan: “Hoe gaat het?”. Ik ben zelf een jaar in therapie gegaan bij fantastische psychotherapeuten.”
Wat heeft de voorbereiding bij jou los gemaakt?
“Je komt daar dan binnen met de overtuiging dat er met jou niets aan de hand is en dat je dit voornamelijk uit research voor de film doet. Maar natuurlijk leer je veel over jezelf kennen. Zo ben ik bij die andere geheime plaag van vandaag terecht gekomen. Perfectionisme.”
Wat bedoel je met die andere geheime plaag?
“Perfectionisme klinkt in Vlaanderen zo goed. Je pakt daarmee uit op een sollicitatiegesprek. En dat is de verkeerde insteek. In de psychologie is dat een ziektebeeld. Dat wil zeggen dat je constant op zoek bent naar bevestiging voor je eigen leven, voor je bestaan en dat je dat dan nog eens in handen van andere mensen legt. Perfectionisme is een van de grote oorzaken van een burn-out. Het is niet de enige oorzaak. Maar het is een van de factoren die moeten bekeken worden als je aan de mentale afgrond staat.
Een perfectionist is een angstig persoon. Zo zag ik mezelf absoluut niet. Want ik maak een toneelstuk op drie weken. Geen perfectionist zou dat ooit doen. Tot de psychotherapeut je uitlegt dat je dat bijvoorbeeld opzettelijk doet omdat je dan een excuus hebt als het mislukt. Dat is ook van toepassing op de verschillende dingen die ik doe: theater, film en televisie maken. Als er één van die dingen in het rijtje niet zo goed werkt kan ik zeggen: “Eigenlijk ben ik filmmaker, eigenlijk ben ik …”.
Therapie volgen was een ongelooflijk cadeau. Ik ben daar gelukkiger van geworden. Dat is het doel van de film: everybody happy, iedereen gelukkig. Ik probeer aan iedereen dat inzicht te geven: om die kritische stem die ons leven zo zuur maakt van onze rug te gooien of beter in te zetten.”
Ik probeer aan iedereen dat inzicht te geven: om die kritische stem die ons leven zo zuur maakt van onze rug te gooien of beter in te zetten.
Therapie volgen kan dus een mogelijke oplossing zijn…
“Het is iets wat ik iedereen kan aanraden. Je moet niet wachten tot als het te laat is. Ga af en toe eens naar een psychotherapeut of een psycholoog. Je wacht toch ook niet om naar de tandarts te gaan als enkel je tanden nog kunnen getrokken worden?
Zo gebruikte ik bijvoorbeeld mijn lach te pas en te onpas zodat iedereen je leuk vindt, zelfs diegene die je zelf niet tof vindt. Dat is lang mijn leven geweest. Ik pinde me vast op een uitspraak van Tom Cruise: “Be the best you can ever be.” En dus probeerde ik overal de beste in te zijn: de beste vader, echtgenoot, vriend, professional. Dan kom je in de problemen met jezelf omdat je dat niet kan volhouden.”
Denk je dat de jeugd daar vandaag gevoeliger voor is?
“Absoluut. Ik heb de indruk dat de jeugd de dingen anders aanpakt.”
Hoe ervaar je dit met je eigen kinderen?
“Mijn kinderen worden gebrainwasht (lacht). Ze zijn nu 18 en 19 jaar en staan net voor het hoger onderwijs. Ik ga zeker en vast duidelijk maken dat het belangrijker is dat ze zich goed voelen en gelukkig zijn, dan wat ze indirect moeten bereiken. Wat dat betreft geloof ik erin dat de jongere generatie begint te weten dat ze zich niet in dezelfde knoop mogen laten leggen als hun ouders.
Tegelijkertijd wordt er wel enorme druk gelegd op de studenten. Eén op vier jongeren zit met psychische problemen en heeft nu al gigantische vermoeidheidsproblemen. Is het niet tijd dat we daar over nadenken? We zijn een hele dag moe en ‘s nachts kunnen we niet slapen …”
Is Everybody Happy een signaal naar de gezondheidszorg?
“Absoluut. Wat doen we nu? We kijken naar diegene die uit de boot zijn gevallen. Maar de boot blijft schommelen. En wat zien we als oplossing: medicatie. We zijn in België absolute koploper wat betreft psychofarmaca. En we zijn helaas koploper in het aantal mensen dat we in psychiatrische instellingen onderbrengen. Gigantisch veel mensen geven aan dat ze zich in een risicogebied bevinden en één op tien mensen kampt met problemen zoals burn-out. Iedereen geraakt aan slaappillen, iedereen kan ze innemen. Maar dat is het probleem uitbesteden.”
Denk je dat de film een impact zal hebben hierop?
“Dat is een heel moeilijke vraag als filmmaker. Wij willen natuurlijk ook dat de film aanspreekt om op vrijdagavond in de cinema te gaan bekijken. Dat moet het altijd in de eerste plaats zijn. Maar mijn droom is inderdaad dat mensen met mekaar durven babbelen over het beestje in hun hoofd, over hun stemmetje. En dat ze durven zeggen tegen mekaar: “Als ik voor mijn spiegel sta, wil je niet horen wat ik zeg tegen mezelf.”. We zeggen heel de dag: hoe zie jij er nu uit, oh je bent dik, je ziet er niet goed uit. Dat is toch ongelooflijk. We doen dat bij niemand anders maar wel bij onszelf. En dan denken we dat het normaal is want iedereen doet dat. We moeten ook niet zoals Amerikanen voor de spiegel gaan staan en zeggen: “Allright girl. I love you. You look great.”. Maar langs de andere kant is er niets mis met jezelf liever te gaan zien. En dat is ook de enige oplossing.”
We zijn onvolmaakt, we zijn onvolkomen, wij zijn ontoereikend. Maar we moeten daar mee leren leven.
Dat zien we ook bij Ralph Hartman?
“Ralph Hartman vindt zichzelf eindelijk terug een beetje de moeite waard en vindt terug kracht bij zichzelf. Dat is de enige manier en dan pas begint hij zich beter te voelen. Mensen kunnen dan opmerken dat het zo makkelijk niet is opgelost. Maar eigenlijk wel. Dat zeggen de specialisten ook. Volgens Paul Verhaegen werkt er niets zo effectief als liefde. Ik zou het fijn vinden als mensen beseffen dat de wegen naar gelukkiger zijn niet totaal onmogelijk zijn. Het is een donkere film, het is dan ook een donkere rit waar je door moet. Je kan het niet hebben over de gevaren van een mentale afgrond als je die afgrond niet laat zien. Maar het maakt me fier als mensen zeggen dat de film herkenbaar is en dat ze niet alleen zijn.”
Ieder van ons zou een bewustzijn moeten hebben om op het einde van de dag gelukkig te kunnen zijn?
“Ik loop bijvoorbeeld altijd naar buiten zonder portefeuille. Dan zeg ik tegen mezelf: “Wat voor kalf ben je nu, ga je dat nu nooit leren?”. Maar wat als je stopt met zo'n dingen te zeggen? We zijn onvolmaakt, we zijn onvolkomen, wij zijn ontoereikend. Maar we moeten daar mee leren leven. Wees mild tegen jezelf. Alle oplossingen zijn er hoor. Bijvoorbeeld beter leren ademen, één keer mediteren per dag. Daar wordt altijd ongelooflijk mee gelachen. Maar dat kost niets.”
Hoe pak jij je dag aan voor je gemoedsrust?
“Ik heb mijn agenda vrijer gemaakt. Pas op, ik doe nog veel te veel. Maar ik bouw momenten in vb. voor mijn kinderen. Dan ga ik ondertussen niet ook nog met iets anders bezig zijn. Ik doe alles met het openbaar vervoer, ik ben naar hier gekomen met mijn fiets. Ik beweeg elke dag ongeveer een half uur. En ik doe ademhalingsoefeningen, die duren 3 minuten en dat doe ik 2 keer per dag. Je kunt op een minuut mediteren. Daardoor ben ik een gelukkiger mens. Niet dat ik doodongelukkig door het leven liep maar het was voor mij ook nooit genoeg.”