Jeannie: 'Aanvaarden dat je zorg nodig hebt is niet gemakkelijk'
Dagelijks kan Jeannie rekenen op de zorg van het Wit-Gele Kruis. Lieve is haar vaste verpleegkundige. Jeannie worstelt met verschillende aandoeningen. Hulpmiddelen maken haar leven comfortabeler.
Over hulp aanvaarden
Jeannie: “In het begin had ik het daar moeilijk mee. Niet om vreemde mensen toe te laten, hier is iedereen welkom. Maar wel om te aanvaarden dat ik die zorg nodig had. Plots was ik van iedereen afhankelijk.”
Lieve: “Jeannie staat altijd voor iedereen klaar, zegt altijd ‘ja’ als ze haar iets vragen. Nu moet ze zelf hulp aanvaarden.”
Over de band tussen hen beiden
Jeannie: “Lieve is dezelfde als ik, ze kon mijn dochter wel zijn! Ze is zorgzaam en bezorgd. Lieve kent mij vanbinnen en vanbuiten en ziet meteen als er iets scheelt.”
Lieve: “We hebben inderdaad veel raakvlakken! Ik steek veel op van de levenswijsheid van Jeannie. Bijvoorbeeld als er iets met de kinderen is, vertelt ze hoe ze dat in haar tijd aanpakte. Ik neem soms gratis tips mee naar huis! (lacht).”
Jeannie draagt een ‘piratendoekje’ voor haar rechteroog. Toen Lieve en haar zoontje Jeannie in de winkel tegen het lijf liepen, vroeg de jongen: “Is dat Piet Piraat mama?” Jeannie kon er smakelijk om lachen. Dat typeert deze kranige dame, die opvallend positief in het leven staat.
Over de moeilijke momenten
Jeannie: “Als het niet goed met mij gaat, ben ik emotioneel. Lieve praat dan met mij.”
Lieve: “Soms wil ik haar gewoon eens goed vastpakken. Anderzijds moet ik ook een professionele afstand bewaren om te kunnen loslaten als ik thuiskom.”
Over lachen tijdens de zorg
Jeannie: “Er wordt best gelachen als Lieve hier is!”
Lieve: “Laatst vroeg ik Jeannie om haar dochter al even te bellen terwijl ik haar benen aan het inwindelen was. Jeannie zei aan de telefoon: “Met de secretaresse van Lieve” (lacht).”
Wat zou je tegen elkaar zeggen als je elkaar vandaag voor het laatst zag?
Lieve: “Dat ze haar positiviteit moet behouden. Die is uniek. Jeannie laat nooit het hoofd hangen. Ook toen ze heel erg ziek was, was ze nooit negatief. Het is knap hoe ze met haar aandoening omgaat.”
Jeannie: “Ik zou zeggen: Ik ga je missen. En ik zou wenen. En ik zou haar een hele dikke knuffel geven!”