Marktkramers op rust Irma en Louis krijgen hulp thuis
Al 76 jaar is Irma getrouwd met Louis. Jarenlang maakten ze als marktkramers jong en oud blij met hun snoepkraam. Ze beleven nu samen hun mooie oude dag thuis naast de snoepwinkel van hun kleindochter. Vaak zitten ze in de keuken op de uitkijk, benieuwd naar wat de dag brengt. En daar hoort ook een bezoek van het Wit-Gele Kruis bij.
Een babbeltje
Irma heeft hulp nodig om zich te wassen en aankleden en Louis om zijn medicatie klaar te leggen. De zeep, een waskom, washandje en handdoek liggen altijd netjes klaar voor de zorgverleners van het Wit-Gele Kruis. “Ik ben blij wanneer ze langskomen, ook voor de babbels tussendoor. Alleen met de jeugd ben ik niet meer mee. Ik ben 95 en voel me te oud om te praten over festivals”, lacht Irma.
Snoepje voor onderweg
De garage van Irma en Louis is omgebouwd tot een snoep- en kledingwinkel voor hun kleindochter. Zo zet ze hun levensverhaal verder. Toch is snoep nooit helemaal ver weg. “Wij snoepen nog elke dag. Louis houdt van chocolade en speculaas. En ik eet heel graag sneeuwballen, een soort chocoladeballetjes met suiker rond.” Wanneer de verpleeg- en zorgkundigen buitengaan, krijgen ze altijd een snoepje. En ook nog eentje voor onderweg.
Liever thuis
Toen Irma 11 jaar geleden in het ziekenhuis lag met pijn in de onderrug, was ze vastberaden. “Ik blijf hier niet. Het liefst wil ik thuis zijn.” Met de hulp van de kinesitherapeut kon ze terug kleine stapjes zetten, maar uiteindelijk had ze toch een rolstoel nodig. “Dat is door de ouderdom.” Ook Louis zit in een rolstoel. “Hij is niet meer goed ter been. Een paar jaar geleden is hij gevallen en kreeg hij een nieuwe heup.”
Eeuwige liefde
“Graag zien betekent ook dat je elkaar helpt”, zegt Irma, “en dat hebben Louis en ik altijd gedaan. We zijn 76 jaar getrouwd en nog altijd gelukkig. Heel ons leven hebben we samen op de markt gestaan met snoep en kledij. We hebben ook al eens een dag dat het minder goed gaat, maar dat is normaal. Stormen doet het overal, je moet dat gewoon uitpraten.”
De zoete inval
Irma groeide op in een groot gezin van twaalf kinderen. Haar enige broer die nog leeft is 99 jaar en komt af en toe nog met zijn auto op bezoek. “Er is altijd leven in huis. Mijn dochter en kleindochter zien we vaak, want ze wonen vlakbij. Het gebeurt ook al eens dat een klant van de snoepwinkel van mijn kleindochter bij ons een bestelling ophaalt als zij er niet is.”
Viergeslacht
“Na de geboorte van mijn kleindochter ben ik gestopt met werken. Dan kon ik haar van school halen en het huishouden doen.” Enkele maanden geleden werd Irma fiere overgrootmoeder van een meisje. “Ik vind het spijtig dat ik haar zelf niet kan verzorgen.” Zorgkundige Annitta voegt daar liefdevol aan toe: “Als ze groter is en kan stappen, is er ongetwijfeld één adres waar ze terechtkan voor een snoepje.”
Geheim
“Wij hebben al een mooi leven gehad. Ik doe niets speciaals om gezond te blijven. Wij leven van dag tot dag. Om de twee weken komt de huisarts langs op controle. En we eten elke dag pap. Als alles zo goed blijft gaan, word ik 100 jaar.”