Nasrien Cnops: “Maak depressie bespreekbaar, dat is wat telt”
Nasrien Cnops had anderhalf jaar lang een depressie. Vandaag is die depressie voltooid verleden tijd. Ze schreef een boek en hoopt dat anderen kracht kunnen putten uit haar verhaal. De boodschap is duidelijk: maak depressie bespreekbaar!
Nasrien Cnops
- Geboren op 18 januari 1989 in Werchter
- Werkt in de media, zingt in verschillende bandjes en werkt ook deeltijds als dierenartsassistente
- Overwon een depressie en schreef haar ervaring neer in het boek 'Ik tegen de rest'
De titel van je boek is 'Ik tegen de rest'. Was dat het overheersende gevoel tijdens je depressie?
“Dat was inderdaad hoe ik mij toen voelde: alleen en onbegrepen. Dat gevoel wordt nog erger wanneer mensen vragen waarom je depressief bent. Ze vinden dat je alles hebt om gelukkig te zijn en dus niet het recht om ongelukkig te zijn, terwijl je er niets kan aan doen. Dat onbegrip maakt het extra zwaar. De ondertitel 'Maak depressie bespreekbaar' vind ik belangrijker. Er hangt nog altijd een taboe rond depressie.”
Wat kan helpen om het taboe te doorbreken?
“Mijd het thema niet en maak het bespreekbaar. In een talkshow mag het ook eens gaan over iemand die zich niet goed voelt. Zoek iemand die je vertrouwt en praat erover. Mijn huisarts heeft mij zeer goed geholpen. Als je je slecht voelt, dan is dat zo en moet je daaraan werken. Het is niet jouw schuld, praat er gewoon over.”
Wanneer heb je zelf beseft dat je een depressie had?
“Dat heeft lang geduurd. Pas een maand nadat mijn psychologe zei dat ik een depressie had, heb ik toegegeven dat de symptomen er waren en dat ik er niet zomaar uit zou geraken. Ik schaamde mij ook, want mensen bestempelen je als iemand met bagage.”
Wat heeft geholpen om het tij te keren?
“Mijn psychologe heeft mij goed geholpen. Mijn mama en mijn huisdokter hebben mij naar haar gestuurd en vanaf de eerste sessie bleek het een openbaring. Behalve therapie heb ik ook medicatie gekregen. Ik kon de dagdagelijkse dingen niet meer doen. Ik kon mijn huis niet schoonmaken, niet naar de winkel gaan, niet koken, ik kon me zelfs niet wassen. De medicatie was nodig om opnieuw te functioneren. Zelf denk ik dat de combinatie van medicatie en therapie het verschil heeft gemaakt, en natuurlijk ook de mensen die mij zijn blijven steunen, mijn ouders en vrienden.”
In welke mate heeft de psychotherapie geholpen?
“Mijn psychologe heeft mij geleerd hoe ik zelf in elkaar zit. Het meest heeft ze me geholpen met trucjes voor als ik me wat slechter voel. Ze zei: Ga joggen, maak een puzzel, maak je nuttig! Ik sloot mij liever op, lag in bed en bewoog niet. Maar als je je goed wil voelen, heb je licht en vitamine D nodig, moet je buiten komen en bewegen. Zij gaf mij inzicht in die dingen. Het gekke is dat mijn ouders sommige dingen ook zeiden, maar van hen wou ik dat niet aannemen. Mijn psychologe is een soort neutrale steunpilaar.”
Ik heb drie of vier psychologen bezocht. Ik noem het psycholoog-hoppen: je moet zoeken tot je iemand vindt met wie het klikt. Een psycholoog zal je dat niet kwalijk nemen, want die weet zelf hoe belangrijk het is.”
Je hebt ook medicatie genomen. Wanneer ben je daarmee gestopt?
“Ik heb dat laten afhangen van mijn huisarts, bij wie ik om de twee weken langs ging. Op een gegeven moment had ik het gevoel dat het beter met me ging, maar mijn huisarts vond het nog te vroeg om af te bouwen. Nadat ik begon met afbouwen, heeft het uiteindelijk nog een half jaar tot een jaar geduurd voor ik er volledig mee gestopt was.”
Heeft de medicatie ook nevenwerkingen gehad?
“Ja, de eerste weken was dat vooral zweten, buikpijn, bibberen en wazig zien. Wat ik het ergste vond, was dat de medicatie mij volledig afvlakte. Je voelt je minder verdrietig, maar je kan ook geen enkel moment meer blij zijn. Ik was nog een schim van mezelf.
Stilaan denk ik dat alles uit mijn lijf is, zowel de depressie als de medicatie. Het heeft tijd nodig. Ik ben intussen een jaar volledig gestopt. Ergens noem ik het vergif, maar het was wel vergif dat ik nodig had om te functioneren.”
Psycholoog-hoppen: zoeken tot je iemand vindt met wie je een klik hebt
Heb je nu meer aandacht voor je mentale gezondheid?
“Ja, ik zoek geen negatieve dingen meer op. Als ik het niet tof vind, doe ik het niet. Vroeger kon ik geen nee zeggen, ik wou altijd iedereen tevreden stellen. Als je positiviteit opzoekt, blijft het helder in je hoofd. Het is niet altijd makkelijk, hoor. Ik krijg bijvoorbeeld 10.000 goede reacties, maar als ik er één slechte krijg, zit ik toch nog in zak en as.”
Heb je nog tips voor mensen die het moeilijk hebben?
“Ik heb er drie. Ten eerste: neem een huisdier. Een huisdier zorgt ervoor dat je uit je zetel komt. Ten tweede: let op je lichaam. Twee keer per week een half uur wandelen of fietsen volstaat al. Wat mij nog helpt als ik een dipje heb, is een wandeling maken en nadien aan tafel gaan zitten met een puzzel, kleurplaat voor volwassenen of kruiswoordraadsel. Dat is een tip van mijn psychologe: je zoekt iets om je te focussen, dan ben je daar mee bezig en kan je even aan niets anders denken. Ten derde: je geest kan niet proper zijn als je huis het niet is. Rommel in huis geeft rommel in je hoofd.”
Als je positiviteit opzoekt, blijft het helder in je hoofd