Paul raakte verlamd na een val, maar blijft dezelfde optimist!
Paul liep een dwarslaesie op ten gevolge van een val. Sindsdien is hij verlamd vanaf zijn hals. Omdat Paul vaak in dezelfde houding zit, is er gevaar voor bijkomende aandoeningen, zoals doorligwonden en oedeem. Paul lijdt aan diabetes type II. Hij krijgt tweemaal per dag hygiënische verzorging. Rudi is zijn vaste verpleegkundige.
Het is nog warm voor de tijd van het jaar, maar het voelt kil aan buiten. Verwend door de mooie nazomer, kruipt het frissere weer meteen in de kleren. Hoewel het huis van Paul ons met zomerse frivoliteit lijkt te verwelkomen. De gevel is friswit gepleisterd. De roze kopjes in de bloembakken lachen vrolijk. Achter de brede etalageramen, lokt de poelierswinkel: witgetegeld, met rozig ogende neonlampen en een grote koeltoog. Voor de lekkerste videevulling of konijn in de streek moet je hier zijn.
Verpleegkundige Rudi komt dagelijks bij de familie over de vloer en kent zijn weg. Even later zitten we in de woonkamer. In een wandrek staan verschillende trofeeën als stille getuigen van Paul’s passie voor de duivensport.
In 2004 is je leven veranderd?
Paul: “Ik was al gepensioneerd toen ik mijn ongeluk kreeg. Een val van amper 1.20 meter hoog, van het duivenkot. Vanaf mijn nek naar beneden, voelde ik meteen niets meer. In Hoensbroek ging ik revalideren. Daar kunnen ze veel, maar mij hebben ze niet kunnen helpen.”
Kon je je beperking aanvaarden?
Paul: “Ik heb altijd commerce gehad. Ook na mijn pensioen was ik nog veel bezig. Het liefste wat ik deed was babbelen en fratsen vertellen aan de klanten. Toch heb ik mijn beperkingen vanaf het eerste moment aanvaard. Babbelen met de mensen doe ik nog altijd graag: als het mooi weer is ga ik buiten zitten met Mira. (nvdr: de hond des huizes)”
Rudi: “Wat ik aan Paul bewonder is zijn eeuwig optimisme. Hij is altijd goed geluimd, ondanks zijn situatie.”
Hoe verliep de thuiszorg bij je thuiskomst?
Paul: “Dat liep van het eerste moment goed.”
Rudi: “In het begin schrok de complexiteit van de zorg bij Paul me een beetje af, ondanks mijn ervaring. Je wilt het goed doen. Voor Paul is het bijvoorbeeld belangrijk dat alle lichaamsdelen precies goed liggen, om doorligwonden te vermijden. Mijn collega’s en ik verzorgen Paul voor- en namiddag. ‘s Avonds legt zijn zoon Paul in bed. Op zondag nemen de andere kinderen dat beurtelings over.”
Paul: “Ik krijg veel steun van mijn familie. Mijn zoon had de aangrenzende poelierszaak overgenomen. Mijn dochter heeft hiernaast haar kapsalon. Ook mijn twee andere kinderen komen vaak over de vloer. Maar vooral aan mijn vrouw Gilberte heb ik veel te danken!”
Wat ik aan Paul bewonder is zijn eeuwig optimisme.
Ondertussen krijgen we bezoek. Mira, de Jack Russell des huizes, neemt haar plaats in op de schoot van Paul.
Paul: “Hier is mijn dikke vriend! Toen ik gevallen ben, vloog ze meteen op mij af. Het was alsof ze wist dat het ernstig was.”
Tijdens de dagelijkse zorgcontacten leer je mekaar goed kennen. Hoe verliep die kennismaking?
Paul: “‘t Was een ramp (lacht)!”
Rudi: “Voilà, dat is nu typisch de humor van Paul! We hebben mekaar leren appreciëren.En hij klaagt nooit. Zo’n optimist als Paul, die vind je niet veel.”
Paul: “We grommelen soms op elkaar, ‘voor de klucht’. Rudi is trouwens ook een optimist."
Rudi: “We praten veel. Paul heeft een breed interesseveld: tennis, sport, duiven, politiek ... Hij gaat al eens graag op stap en vertelt daar dan over. Paul is gewoon een fantastische kerel. Het is mij nooit te veel om naar hier te komen. Mensen als Paul, maken je beroep bijzonder. Hij voelt zelfs wanneer ik een mindere dag heb en laat mij dan met rust.”
Paul: “Rudi, die heb je bijna niet!”
Rudi: “Voor ik mijn knieprothese kreeg, had ik veel pijn. Dat was niet altijd makkelijk.”
Maakt het voor jou verschil wie je komt verzorgen?
Paul: “Rudi komt meestal voormiddag. Tijdens de namiddag wisselen enkele verpleegkundigen mekaar af. Met Rudi klikt het goed. Maar eigenlijk blijft het voor mij gelijk wie komt. Ik zeg hoe ik de zorg graag heb en daar houden ze rekening mee.”
Ben je door je ongeluk en je beperking veranderd?
Paul: “Ik ben eigenlijk dezelfde gebleven. Eens optimist, altijd optimist.”
Rudi: “Ondanks zijn eigen problemen, is Paul altijd geïnteresseerd in anderen.”
Paul: “Tja, dat is omdat ik altijd een commerce gehad heb. Als er iemand in de winkel kwam met een zieke thuis, dan gaf ons Gilberte altijd een duifke mee naar huis, gratis. Daar sterk je van aan. Ik denk dat er jaarlijks meer dan honderd duiven zo over de toonbank gingen, en nog steeds gaan trouwens!”
Onze eerste kennismaking? Een ramp!