Thuisverpleegkundige Peter springt bij in getroffen woonzorgcentra: “De realiteit is bikkelhard, maar de kleine lichtpuntjes halen ons erdoor”

Als thuisverpleegkundige voor het Wit-Gele Kruis is hij normaal gezien ‘vrij’, en gaat hij van huis naar huis. Nu werkt Peter van Rosendaal (46) ‘opgesloten’: al een week draait Peter mee in zorgcentrum Sint-Lodewijk in Schilde. “Ze konden onze hulp goed gebruiken, dus ik heb geen seconde getwijfeld”, zegt hij vanuit de tot Covid-afdeling omgebouwde cafetaria. “We zorgen voor de bewoners, en voor verpleegkundigen onder elkaar.”

Het Laatste Nieuws - Cédric Maes



Een held vindt Peter zichzelf niet, maar trots op wat hij en bij uitbreiding de hele zorgsector presteert, is hij wel. “We hebben ooit de keuze gemaakt om mensen te willen verzorgen, nu doen we dat meer dan ooit. Iedereen werkt zich uit de naad en doet wat hij kan om patiënten en bewoners de best mogelijke zorgen te bieden.” De thuisverpleegkundige springt sinds vorige week dinsdag, met nog drie andere collega’s van het Wit-Gele Kruis, bij in zorgcentrum Sint-Lodewijk in ’s-Gravenwezel, deelgemeente van het Antwerpse Schilde.

Schrik heeft Peter, alleenstaande vader van een 18-jarige zoon, niet echt voor het virus. “Ook mijn zoon kan er goed mee om en begrijpt waarom ik dit doe. Maar voor mijn ouders was het slikken. Zij vrezen dat ik ziek kan worden.” Toch is Peter zeker van zijn stuk. “Wij hebben nog nooit zo geconcentreerd en zo veilig kunnen werken. We spreken elkaar ook aan op het naleven van alle voorzorgsmaatregelen en overlopen elke stap nauwgezet. Zo zijn we zeker dat we onszelf en de bewoners zo goed als mogelijk beschermen.”

Bikkelharde realiteit

Van de 120 bewoners waren er vorige week vrijdag al 30 besmet, 4 mensen waren toen overleden. De cafetaria van Sint-Lodewijk werd omgebouwd tot quarantainevleugel, met houten platen die normaal gezien voor de verkiezingen worden gebruikt. Zo hebben de bewoners toch voldoende privacy in hun nieuwe ‘kamers’. “Ze konden onze hulp hier goed gebruiken”, zegt Peter, die er elke voormiddag meedraait. Een tiental mensen ligt er. Peter helpt hen wassen, eten of medicatie geven, bloedprikken of wonden verzorgen.

“In plaats van vrij te zijn en de baan op te gaan, werk ik hier letterlijk opgesloten. Maar dat moet ook. Volledig ingepakt doen we er alles aan om hen de best mogelijke zorgen te geven.” Maar de realiteit is soms bikkelhard. “Sinds vorige week zijn we al twee bewoners verloren. Dat is bijzonder zwaar voor de families die in deze omstandigheden afscheid moeten nemen. Hier kan dat nog, door het raam van de cafetaria. Maar het zijn hartverscheurende taferelen.”

Prei en tomaat

Voor Peter en zijn collega-thuisverpleegkundigen was het aanpassen aan de nieuwe manier van werken. “Maar we zijn hier fantastisch onthaald. We hebben onze draai gevonden en zijn we een hecht team geworden. Ook de bewoners moesten wennen aan de veranderingen, maar ze gaan er goed mee om. Wij zijn volledig ingepakt, ze herkennen soms hun vaste verzorgers zelfs niet. Maar ze zijn blij dat het personeel er voor hen is. Wij zijn soms de enigen die ze zien in al die weken.”

Het is hard labeur, emotioneel niet altijd makkelijk. En toch is er ruimte voor humor. “Onze beschermpakken zijn hier lokaal gemaakt door vrijwilligers, in de meest felle kleuren. Ik was gisteren de prei (in het groen), mijn collega een tomaat (in het rood), volgens een bewoner. Dan kan er gelachen worden, en dat is nodig. De hele crisis heeft het zorgpersoneel zelfs dichter bij elkaar gebracht. Alle rangen en etiketten zijn weggevallen. Zowel in ziekenhuizen als in woonzorgcentra is iedereen gelijk nu. Artsen, specialisten, verpleeg- of zorgkundigen: iedereen werkt samen om mensen te verzorgen. Taken die normaal gezien zijn weggelegd voor bijvoorbeeld zorgkundigen, worden nu ook door directeurs of professoren gedaan. Daar zit iets moois in.” 



Bron: HLN.be

Terug naar overzicht