Vroegtijdige zorgplanning: hoe gaan we in dialoog? 

Vlaams-Brabant

Praten over leven en dood. Het is een belangrijke stap in het proces van vroegtijdige zorgplanning. Het doel? Weten wat de wensen zijn van de patiënt over toekomstige zorg op het moment dat het er toe doet. Lees hier 3 troeven van de zorgverleners van het Wit-Gele Kruis Vlaams-Brabant in de aanpak van vroegtijdige zorgplanning (VZP). 

1. De zorgverleners pikken signalen op in de thuissituatie

Onze thuisverpleegkundigen komen vaak, soms dagelijks, bij de patiënten over de vloer. Hierdoor pikken zij tijdens hun bezoek heel wat signalen op die een beeld geven van de visie en wensen van de patiënt over zijn levensplan en uiteindelijk het levenseinde. Huisartsen en thuisverpleegkundigen vormen daarom binnen het besluitvormingsproces van vroegtijdige zorgplanning een inhoudelijke tandem.

2. We gebruiken de Palliative Care Indicator Tool (PICT) als gemeenschappelijke taal

De Palliative Care Indicator Tool (PICT) is een instrument dat onze zorgverleners ondersteunt bij het identificeren van patiënten die baat kunnen hebben bij een palliatieve zorgbenadering én voor wie een eerste VZP-gesprek wenselijk is. De tool biedt de mogelijkheid om op een objectieve manier argumenten aan te leveren en op basis van een gemeenschappelijke en wetenschappelijk gevalideerde taal de dialoog met u aan te gaan.  

De Federale overheid nam het gebruik van het PICT-instrument op als randvoorwaarde van het nieuwe nomenclatuurnummer (verstrekking 103692) voor het proces van vroegtijdige zorgplanning. Zo kan u het slechts één keer aanrekenen in het leven van de patiënt die als palliatief wordt geïdentificeerd met behulp van het PICT-instrument. Het bewijs van de positieve Palliative Care Indicator Tool moet in het medisch dossier bewaard worden.

3. Referentieverpleegkundigen palliatieve zorg voeren gesprekken over vroegtijdige zorgplanning  

Onze referentieverpleegkundigen palliatieve zorg initiëren dergelijke VZP-gesprekken in overleg met het uitgebreide zorgteam waar ook de huisartsen deel van uitmaken. Zowel inhoudelijk als op communicatief vlak zijn onze referentieverpleegkundigen palliatieve zorg opgeleid om het gesprek aan te gaan en om de collega’s te coachen bij het herkennen van signalen. Huisartsen kunnen vervolgens op basis van deze informatie het gesprek verder vorm geven en formaliseren, eveneens conform de richtlijnen van het nieuwe ACP-nomenclatuurnummer. Een van de randvoorwaarden voor het aanrekenen van het nomenclatuur is dat het dossier de gesprekken met alle betrokken zorgverleners omvat.

Meer info?

Neem contact op met de referentieverpleegkundige palliatieve zorg van de lokale afdeling van het Wit-Gele Kruis Vlaams-Brabant. 

Terug naar overzicht