Welke koolhydraten en vetten mag je eten bij diabetes?
Diabetes, vooral type 2, kent wereldwijd een sterke toename. Naast beweging, medicatie en voorlichting is voeding één van de vier belangrijke pijlers bij de behandeling van diabetes. Welke koolhydraten en vetten mag je eten? En welke vermijd je beter?
Verteerbare koolhydraten
Snelle (enkelvoudige) koolhydraten: deze vorm is af te raden.
- Ook wel ‘snelle suikers‘ genoemd.
- Ze komen voor in druivensuiker, (witte, bruine, bloem-)suiker, honing, siropen, gesuikerde dranken en gerechten, gesuikerd gebak , snoep ...
- Ze worden snel omgezet in glucose en doen de bloedsuiker zeer vlug stijgen met hoge suikerwaarden als gevolg.
Trage (meervoudige) koolhydraten: deze vorm krijgt de voorkeur.
Melkproducten en fruit bevatten onmisbare vitaminen en mineralen. Maar ze bevatten ook koolhydraten: lactose (melksuiker) en fructose (fruitsuiker). Beiden zijn snelle (enkelvoudige) koolhydraten. Toch mogen we ze niet zomaar schrappen in onze voeding.
Hoeveel koolhydraten je nodig hebt en hoe je ze best verspreid over de dag is afhankelijk van jouw
- leeftijd
- medicatie
- levensstijl (beweging)
- lichaamsgewicht
Het is dus heel belangrijk om de koolhydraatbronnen te kennen en te weten welk effect ze op jouw lichaam hebben.
Niet-verteerbare koolhydraten of voedingsvezels
Gebruik regelmatig niet-verteerbare koolhydraten of voedingsvezels in jouw voeding. Waarom?
- Vezels spelen in de voeding een belangrijke rol.
- Ze zorgen voor een betere verzadiging en een goede darmtransit.
- Ze vertragen de opname van suiker en hebben zo een vertraagde bloedsuikerstijging als gevolg.
- Ze komen vooral voor in plantaardige producten, zoals bruin brood, volkoren graanproducten, ongepelde rijst, peulvruchten, groenten en fruit.
Jouw bord telt
Het voedingsadvies bij iemand met diabetes verschilt per persoon. Een belangrijke factor is welke medicatie je precies krijgt (hypogevoelige medicatie, insuline … ). Jouw arts bepaalt dit. Wat speelt nog een belangrijke rol?
- type diabetes: type 1 of 2
- bloedwaarden (bv. HbA1c, glycemiewaarden (bloedsuiker), cholesterol, triglyceriden)
- jouw levensstijl: dagelijkse sporter? een occasionele fietser? …
- leeftijd: elke leeftijdsgroep heeft zijn eigen voedingsbehoefte, glycemiestreefwaarden …
- lichaamsgewicht: is er overgewicht aanwezig en is vermageren wenselijk?
Vetten
Mensen met diabetes zijn gevoeliger voor hart- en vaatziekten. De vetsamenstelling van de voeding is dan ook heel belangrijk.
- Onverzadigde vetzuren (bv. in vette vis, oliën, smeer- en bereidingsvetten en noten).
- Verzadigde vetzuren (zoals in vlees, volle melkproducten, boter en kaas) en transvetzuren (bv. in fastfood, koeken, gefrituurde snacks, sommige margarines).
Onverzadigde vetzuren hebben een gunstige invloed op de bloedvetten. Het zijn vooral verzadigde vetten en transvetzuren die een ongunstige invloed hebben op onze cholesterol en vetten in het bloed.