URL : https://www.witgelekruis.be/artikel/handvaten-om-te-rouwen
Afbeelding rouwende man en vrouw Afbeelding rouwende man en vrouw

Handvaten om te rouwen

24 januari 2022
6 december 2023

Iedereen rouwt wel eens om een verlies. Maar hoe we ermee omgaan, dat is bij iedereen anders. Rouwexperte Lies Scaut neemt ons mee in het complexe verhaal en geeft tips om met rouwen om te gaan.

Lies Scaut
Wie is ...

Lies Scaut

  • psychotherapeut verbonden aan De Weg Wijzer, expertisecentrum voor trauma- en rouwbegeleiding
  • gespecialiseerd in rouw en verlies met bijzondere aandacht voor kinderen en jongeren.
  • coördinator van het postgraduaat rouw- en verliescounselor aan Hogeschool PXL
  • auteur van meerdere boeken over rouw

Wat is rouwen?

Lies Scaut: “Rouw is geen ziekte, het is een normale, natuurlijke en spontane reactie op verlies. Dat kan het verlies van een persoon zijn, ook wel ‘levensverlies’ genoemd. Maar mensen rouwen ook over ‘levend verlies’. Dat is het verlies van je levenskwaliteit, onafhankelijkheid, mobiliteit, zicht, fysieke kracht, ... Je verliest een stukje van je leven terwijl je nog leeft.”

“Elk rouwproces is uniek en voor iedereen anders. We zien wel dat het rouwproces bij het ‘levend verlies’ vaak moeilijker is. Net omdat het een heel leven duurt en het vaak in stukjes komt. Je gaat telkens opnieuw om met een nieuw verlies waardoor het rouwproces eigenlijk een continue bezigheid is. Mensen zoeken hun weg in het afgeven van hun zelfstandigheid, maar zodra ze hun weg beginnen vinden, is er mogelijk alweer een nieuwe aftakeling bezig. We noemen dat chronische rouw: rouw die duurt tot het levenseinde of tot mensen het niet meer beseffen.”

“Dat betekent niet dat wanneer je iemand verliest door een overlijden je dat niet heel je leven meeneemt. Een jonge moeder die haar kind verliest, denkt er als 80-jarige zeker nog aan maar heeft inmiddels een manier gevonden om ermee verder te leven. Levend verlies kan je ook niet afsluiten. Het blijft steeds aanwezig in je leven omdat het herhaald wordt. Wat het moeilijk maakt om ermee te leren omgaan.”

Hoe ga je er dan best mee om?

“Bij levend verlies zijn het mensen die cognitief vaak nog goed zijn maar ‘gevangen’ zitten in hun eigen veranderende lichaam. Het aftakelende of gehavende lichaam kan uitzichtloos aanvoelen omdat het aftakelingsproces blijft doorlopen. Deze continue rouw vraagt veel energie. Een tip is om te kijken vanuit het standpunt van wat je wél nog kan in plaats van te focussen op wat niet meer lukt. Vaak opent dat de ogen.”

“Het klinkt raar maar soms kan je hen net hoop en perspectief geven door te vragen wat voor hen de grens is. Tot waar willen ze gaan en wanneer willen ze stoppen met leven? Meegaan in het rouwproces is ook euthanasie durven bespreekbaar maken. Het is niet makkelijk om daarover na te denken, laat staan een gesprek over te beginnen. Je wil iemand motiveren om te blijven ‘vechten’, maar daardoor ga je - ondanks alle goede bedoelingen - soms voorbij aan wat iemand zelf wil en welke levenskwaliteiten hij of zij nog wil om te kunnen genieten."

Iedereen rouwt op een andere manier

Zijn er verschillen in rouwen?

“Wat voor de ene een minder zwaar verlies lijkt, kan voor de ander immens zwaar zijn. Ook de wijze waarop je rouwt, verschilt. Iedereen beleeft zijn verlieservaring anders. Een ander hoeft daar niet over te oordelen. Wat mensen voelen, voelen ze. En daar begeleid je hen in. Er wordt wel eens gezegd dat het ergste verlies dat je kan meemaken het verlies van een kind is. Maar iemand die vrijheid verliest door bijvoorbeeld niet meer met de wagen te kunnen rijden, ziet dat als iets ingrijpend met een enorme impact op zijn of haar leven. Er zijn zoveel verschillende ervaringen dat we die niet kunnen en mogen vergelijken. Doen we dat wel, dan doen we afbreuk aan wat mensen daarbij voelen.”

“We zien wel een duidelijk verschil in generaties: kinderen zijn veel spontaner over verlies omdat ze nog niet rationeel denken. Dankzij hun fantasie bedenken ze wel oplossingen, maar hebben ze niet altijd door dat verlies voor altijd is.”

Hoe kan je rouwen?

“De oudere generatie deelt hun rouw vaak niet. Ze hebben niet geleerd om emoties te uiten en te praten over iemand die overleden is. Vroeger toonden ze hun verlies met uiterlijke kenmerken en rituelen, maar dat is nu minder zichtbaar. Als er al gepraat werd over een overlijden, was het ‘over de doden niks dan goeds’. Maar het is niet altijd goed en je moet dat ook durven uitspreken.”

“Langs de andere kant heb je mensen die hun verhaal net honderd keer opnieuw vertellen. Voor hen werkt het helend om telkens een stuk emotie of beleving te voelen. Het is goed dat niet iedereen rouwt op dezelfde manier. Er bestaat geen ‘goede’ of ‘slechte’ rouw. Het moet helpend zijn voor de persoon. Is dat door boosheid of frustratie te uiten, door veel te wenen of door er in je eigen bubbel mee om te gaan? Zolang dat voor die persoon goed en helend aanvoelt, is dat oké.”

“Mensen die niet spreken over hun verdriet of verlies, tonen mogelijk op een andere manier dat ze ermee bezig zijn, bijvoorbeeld door foto’s van de overledene op te hangen of een kledingstuk of juweel te dragen van die persoon. Ook als je er niet over spreekt, kan je dus sterk rouwen. Voor de omgeving is dat niet altijd makkelijk omdat het minder zichtbaar is.”

Rouwen verloopt niet in vaste fasen

Hoe verloopt een rouwproces?

“Rouwen verloopt niet in vaste fasen. Vroeger bekeken mensen rouwen wel zo waardoor men sneller vastliep. Je moest immers alle fasen van het rouwproces doorlopen om tot aanvaarding en dus een goed rouwproces te komen. Rouwen is een ‘en-en’-verhaal: langs de ene kant heb je alles wat te maken heeft met hetgeen dat je verliest, de verliesgerichte reacties. Langs de andere kant heb je de herstelgerichte reacties waarbij je bekijkt wat je wel nog kan. Kortom: alles wat je leven terug richting geeft. Zolang we heen en weer slingeren tussen deze twee reacties, zijn we gezond aan het rouwen.”

“Slecht rouwen bestaat niet maar je kan wel vastlopen in een rouwproces. Denk aan een roeiboot. Wanneer we een verlieservaring meemaken, komt onze roeiboot stil te liggen op het water. Om deze terug in beweging te krijgen, hebben we onze twee peddels nodig. De ene peddel staat symbool voor onze verliesgerichte reacties (foto’s kijken, naar het kerkhof gaan, herinneringen ophalen enz.), de andere peddel is onze herstelgerichte peddel. Hiermee zoeken we manieren om terug verder te gaan na ons verlies (hobby's hervatten, sporten, werken, sociaal leven enz.) Zolang we deze twee peddels gebruiken, komt onze boot vooruit. Gebruiken we maar één peddel, dan gaat onze boot cirkels draaien en komen we vast te zitten in ons rouwproces. Op dat moment spreken we van complexe rouw die kan uitmonden in chronische rouw.”

“De intensiteit van de pijn en het verdriet kan afnemen met de tijd, maar daarom is rouw niet minder aanwezig. Het is er altijd en komt op bepaalde momenten meer naar boven, bijvoorbeeld op feestdagen, verjaardagen, … Indien de pijn heel ons leven even intens zou zijn, zouden we dit niet volhouden.”

Hand reiken

Wanneer merk je dat iemand vastzit in het rouwproces?

“Kijk naar het dagelijks functioneren: eet de persoon nog, slaapt hij voldoende, heeft hij bepaalde fysieke klachten, heeft hij zich afgesloten van zijn sociaal leven en zich – in vergelijking met zijn leven voor het verlies - helemaal naar binnen gekeerd? Dat kan tijdelijk zijn om met het verlies om te gaan maar zodra je merkt dat een persoon helemaal vastloopt, is professionele hulp sterk aan te raden. Je bed niet meer uitkomen, dreigen in een depressie terecht te komen, je verdriet met alcohol verdrinken, geen levenskracht meer hebben, … zijn alarmsignalen die we niet mogen negeren."

“Het is belangrijk om mensen eerst de tijd te geven. In 90% van de rouwprocessen komen mensen vanzelf in een normaal ritme en leren ze omgaan met de verlieservaring. Dat kan even duren, en hangt ook af van persoon tot persoon, maar als je na een zestal maanden merkt dat iemand blijft vastzitten en intensief bezig blijft met het verlies en verdriet, schakel je best hulp in.”

Is rouwen of het uiten van verdriet nog taboe?

“Toch wel. Ik had gehoopt dat de coronacrisis wat zou helpen om rouw meer onder de aandacht te brengen. En dat is in de eerste lockdown ook wel gebeurd omdat er veel aandacht was voor het afscheid dat niet kon bestaan. Maar de aandacht is weer verslapt. We proberen met een jonge generatie rouwbegeleiders wel een soort ‘rouwrevolutie’ op gang te brengen waarbij we willen ingaan tegen de clichés die er zijn over rouw. Rouw mag gezien en gehoord worden, het hoeft niet binnenskamers.”

Wanneer is je ‘missie’ als rouwexpert geslaagd?

“Als ik mensen terug op weg kan helpen. Rouw is geen probleem dat je zomaar oplost. Er bestaat geen handleiding of medicatie voor. Het enige dat ik kan doen is samen een richting zoeken in hoe je nu – na die verlieservaring – anders verder kan. Het leven zal niet meer zijn zoals voorheen, dat krijgen we niet meer terug, maar hoe zetten we het op een andere manier verder? Wat is haalbaar en waar haal jij kracht uit?”

 

Vrouw ondersteunt andere vrouw bij rouwen

Hoe kan je als familie of mantelzorger helpen in een rouwproces?

  • Durf spreken over wat iemand graag nog zou doen, in geval van levend verlies. Onder andere vzw Wensambulance kan helpen om die laatste wens waar te maken. Hoe vroeger je zulke zaken bespreekbaar maakt, hoe meer je mensen op een moment dat ze goed zijn nog dingen kan laten beleven.
     
  • Bekijk of je het zelf ziet zitten om zo’n gesprek aan te gaan. Indien niet, vraag hulp aan familie, je thuisverpleegkundige, je huisarts of iemand anders die je hierin vertrouwt. 
     
  • Neem voldoende tijd om het gesprek aan te gaan. Hou ook rekening met de gemoedstoestand van de patiënt en kies een andere dag als hij of zij slecht geslapen of pijn heeft. 
     
  • Hoe je zo’n gesprek aangaat, verschilt van persoon tot persoon. Mantelzorgers kennen hun familielid het beste om te weten of ze dat op een directe manier of eerder zachter kunnen aanbrengen. 
     
  • Vraag na het gesprek regelmatig hoe het met de persoon gaat. Zeg niet ‘laat maar weten als ik iets kan doen’ of ‘je weet dat ik er ben als je mij nodig hebt’. Mensen komen zelden uit zichzelf tot bij jou. Vraag dus naar hun gevoelens, of ze nog veel aan het verlies denken, wat er in hun hoofd speelt, … Je kan ook voorstellen om zaken op te schrijven als ze het moeilijk vinden om erover te spreken. Zoek samen naar wat helpt.
     
  • Loop je vast? Vraag of je een gespecialiseerd persoon kan inschakelen. Je wilt er wel zijn als mantelzorger maar je kan niet alles oplossen en soms kan je ook niet verder helpen.
     
  • Forceer niemand. Als ze niet klaar zijn voor een gesprek heeft dat geen zin. Misschien staan ze er wel voor open om hier met de huisarts of een andere vertrouwenspersoon over te spreken. Soms kan het goed zijn om net met iemand te spreken die je niet kent. 
Tip van de expert
Palliatieve zorg
Zelfzorg