Jouw verhaal: thuis bij parkinsonpatiënt Willy
Willy heeft parkinson. Het Wit-Gele Kruis komt al jaren bij hem langs. Hij vindt het erg belangrijk om nog thuis, in zijn vertrouwde omgeving, te wonen. De hulp en goede samenwerking tussen het Wit-Gele Kruis, gezinshulp, de poetsdienst en zijn mantelzorgers maken dat mogelijk.
Willy: “Ik ken het Wit-Gele Kruis al heel lang. Vroeger was mijn mama in zorg bij het Wit-Gele Kruis en nu verzorgen ze mij al een elftal jaar. De verpleegkundigen komen twee keer per dag langs: ’s morgens en ‘s avonds. Ze helpen me wassen en aankleden, en zetten mijn medicatiebox klaar. Maar ik heb ook een suprapubische sonde. Die spoelen en verzorgen ze dagelijks. Momenteel verzorgen ze ook twee wonden aan mijn voet. Binnenkort moet ik naar het ziekenhuis omdat ik last heb van nierstenen. Ook dat volgen mijn verpleegkundigen mee op. Ik ben heel tevreden over hen.”
Krijg je daarnaast ook hulp van een mantelzorger?
Willy: “Ik kan rekenen op de steun van twee mantelzorgers: mijn neef Danny en mijn buurman. Omdat ik geen partner of kinderen heb, vroeg ik of zij dit wilden doen. Dat was geen probleem.”
Danny: “Natuurlijk was dat geen probleem. Ik denk dat ik het nu al zo’n zestal jaar doe. Als kind verhuisde ik samen met mijn ouders naar Brussel, voor hun werk. Later keerde ik terug naar West-Vlaanderen. Vroeger logeerde ik tijdens de vakantieperiodes altijd hier bij mijn grootouders. Nonkel Willy was er dan ook. Zo ontstond onze band."
Soms blokkeren mijn benen. Dan gaat het niet meer en sta ik daar
Zien jullie elkaar regelmatig?
Danny: “Ik kom sowieso elk weekend langs. Maar als hij me nodig heeft tijdens de week, kom ik uiteraard ook. Overdag werk ik en is het moeilijk om eens binnen te springen. Maar ’s avonds en in het weekend lukt dat wel.”
Willy: “Af en toe komt ook mijn buurman ’s avonds langs. Overdag werkt hij. Maar ik krijg ook hulp van gezinshulp: ze komen elke middag langs om te koken, de was te doen …”
Waarmee help je Willy allemaal?
Danny: “In het weekend doe ik meestal boodschappen voor hem. Gezinshulp doet dat ook, maar ik neem dan vooral de zwaardere dingen mee zoals flessen water. Verder help ik Willy met zijn tuin. We hebben die nu wat veranderd zodat er minder werk aan is. Ook wanneer hij eens naar het stadhuis moet, ga ik mee. Als hij me nodig heeft, probeer ik zo snel mogelijk te komen.”
Willy: “Onlangs moest ik een paar dagen naar het ziekenhuis. Danny haalde dan telkens de post op. Zowel Danny als mijn buurman kennen de code van mijn sleutelkastje. Zo kunnen ze altijd binnen als er iets is.”
Mijn personenalarm heb ik nog niet gebruikt, maar die knop is een geruststelling
Wat doe je graag? Heb je hobby’s?
Willy: “Ik ga twee keer per week naar een dagcentrum in de buurt. De eerste keer ging ik niet met volle zin. Maar ik werd er ontvangen als een prins. Iedereen helpt er elkaar en ze organiseren veel activiteiten zoals een oliebollenbak of een optreden van een zanger. Je kan er ook biljarten en rummikub spelen, wat ik graag doe. Daarnet heb ik nog de uitslag opgemaakt van het spelletje rummikub dat we gisteren speelden. De meeste activiteiten vind ik interessant. Al organiseren ze soms een modeshow en dat is echt niets voor mij.”
“Verder ga ik graag eens kijken naar mijn tuintje. Er staat een appel- en perenboom, en er zijn ook frambozen en pruimen. Vroeger was ik actiever: ik was 37 jaar brandweerman en ging graag wandelen. Door mijn ziekte kan ik dat niet meer. Gelukkig hebben ze de ziekte in een vroeg stadium ontdekt, een jaar of acht geleden. Ik heb vooral last van mijn benen: ze blokkeren plots. Dan gaat het niet meer en sta ik daar.”
Ik zie dat je ook enkele hulpmiddelen hebt om je te ondersteunen?
Willy: “Ik gebruik thuis een rollator en heb een scooter om buiten te rijden. In huis hangen overal handgrepen en is alles op de benedenverdieping. Ik heb ook een personenalarm waarmee ik in nood met één druk op de knop het Wit-Gele Kruis kan bereiken. Voorlopig heb ik mijn personenalarm nog niet nodig gehad, maar die knop is toch een geruststelling. Dankzij die hulpmiddelen en de hulp van mijn verpleegkundigen, gezinshulp, en mantelzorgers kan ik thuis blijven wonen.”
Als Willy me nodig heeft, probeer ik zo snel mogelijk te komen